Dag 13 Revelstoke - Cache Creek
Vandaag verlaten we Revelstoke en rijden naar Cache Creek. Maar eerst nog een keertje ontbijten in het Stoke Hotel. Vandaag bofte Walter, ze hadden verse wafels, wentelteefjes en pancakes. Dus dat was genieten voor hem. Daarna de koffers iets anders ingepakt. In Cache Creek blijven we maar 1 nacht, dus maken we de handbagage koffertjes klaar om mee te nemen voor de nacht. Dan kunnen de grote koffers in de auto blijven.
Onze eerste stop is bij het Three Valley Gap Heritage Ghost Town. Gesitueerd tussen de heldere wateren van het Three Valley Lake en steile kliffen van de Monashee-bergen ligt het opvallende resort Three Valley Lake Chateau. In dit spookdorpje waan je je in het British Columbia van 1800. Er zijn meer dan 25 historische gebouwen te zien, een automuseum met auto’s uit 1900, en een Railway Roundhouse waar kleine locomotieven en spoorwegmachines staan. Het is echt heel leuk, we zien een kerkje, scholen, saloons, barbershop, winkels, een hotel. En 2 mooie oude treinwagons voor de rijken. De meeste gebouwen zijn ook ingericht met spulletjes uit die tijd, echt heel interessant om te zien. We brengen hier dan ook bijna 2 uur door, veel langer dan verwacht.
Daarna rijden we door naar een mooi uitzichtpunt over het meer, het Three Valley Lake Lookout Point. We rijden verder over de Trans Canadian Highway, steeds langs een prachtig groot meer, Shuswap Lake. In het plaatsje Canoe stoppen we even om op een lange pier wat foto’s te maken.
Onze volgende stop is bij Dutchmen Dairy in Sicamous. Dit bedrijf is opgericht door Nederlanders. Ze hebben Nederlandse Holsteiner koeien en verkopen melk, kaas en zelfgemaakt ijs. Ook verkopen ze allerlei Nederlandse producten van de Jumbo, zo grappig. Walter neemt natuurlijk een ijsje en we kopen een broodje voor de lunch.
Daarna rijden we weer verder langs de Thompson River. Helaas is het weer een stuk slechter geworden, regelmatig rijden we door een zware regenbui. Als we in Kamloops aankomen is het droog en we besluiten om even de benen te strekken. We zoeken een parkeerplaats en lopen heen en weer door de winkelstraat. Waar ik wel moeite mee heb, zijn de vele daklozen die je hier ziet. Vaak in walmen van marihuana. Ik voel me dan toch nooit zo op mijn gemak.
Dan rijden we door naar onze eindbestemming van vandaag. Het landschap hier is heel anders dan we tot nu toe gezien hebben. Geen bossen, maar heuvels met struiken en gras. Het lijkt net een prairie, met een beetje fantasie zie je First Nations op bizons jagen. Al zien wij hier niets wat betreft wildlife, het is echt uitgestorven, helaas.
Over de geschiedenis en oorsprong van de naam Cache Creek doen vele verhalen de ronde. Sinds het begin van de 19e eeuw kwam de naam Rivière de la Cache (Cache Creek in het Engels) veelvuldig in gebruik bij Franse handelaren. Cache betekent in het Frans verstopplek. Volgens de legende maakten bandieten bij een overval op een transport van de Hudson's Bay Company een goudschat buit. Om sneller te kunnen vluchten verstopten ze het goud. De bedoeling was de buit later op te halen, maar voordat die mogelijkheid zich voordeed waren alle rovers gestorven. Bij een andere versie van het verhaal vermoordde een gewapende overvaller een mijnwerker en ontvreemdde hem tachtig pond goud. Een bewoner had het tafereel van een afstand gadegeslagen en zette de jacht op de overvaller in. De overvaller raakte hierbij zwaargewond en verstopte zijn buit alvorens hij verdween. Hij keerde nooit meer terug om de buit op te halen. Hoogstwaarschijnlijk zijn deze wilde legendes niets meer dan sterke verhalen zoals die wel meer verteld werden in de Cariboo-regio. Toen de naam Rivière de la Cache omstreeks 1835 voor het eerst op een kaart verscheen, was er namelijk nog helemaal geen goud gevonden in de wijde omtrek. Het ligt meer voor de hand dat de naam door handelaren gegeven is die een stop in het dorpje maakten en hun bezittingen en handelswaar daar veilig opborgen.
Rond 1860 werd er goud ontdekt in de Fraser Canyon. De Cariboo Wagon Road werd aangelegd om mijnwerkers en goederen naar de noordelijke goudvelden bij Barkerville te krijgen. Cache Creek was een mooie stopplek voor de mijnwerkers. Cache Creek beleefde haar bloeitijd tijdens de goudkoorts in de 19e eeuw. Het was een handelspost waar goudzoekers overnachtten en pelshandelaren zich verzamelden. Nu trekken vooral de prachtige omgeving en het gunstige klimaat veel bezoekers.
Het deel ten westen van de Fraser River wordt ook wel Cowboy Country genoemd: hier liggen de grootste ranches van British Columbia. Cache Creek was eens een zeer belangrijke bontstad, maar sinds de opening van de Coquihalla Highway is het een heel rustig plaatsje geworden.
In de regen komen we aan bij Destination Inn in Cache Creek, ons motel voor vannacht. Voor 1 nachtje is hier niets mis mee. Het meisje bij de balie zei ons dat alles hier om 19 uur gesloten is, we besluiten om dan maar eerst iets te gaan eten. We lopen naar Bearclaw hotel & restaurant op 5 minuutjes lopen vanaf ons motel. Na de standaard burger zijn we nu terug op de kamer en kijken wat naar Netflix.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}