canada-2024.reismee.nl

Dag 2 Kootenay National Park

Na een wat onrustige nacht waren we vanmorgen al vroeg wakker, maar dat was te verwachten. De zon scheen prachtig op de bergen, vanaf ons balkon hadden we een mooi uitzicht hierop.

Lekker ontbijtje gemaakt, rugzakken ingepakt, wandelschoenen aan en op pad. Eerst even naar de visitor centre, waar we de parkpas voor de Canadese nationale parken hebben gekocht.

Daarna doorgereden naar Kootenay NP. Helaas was de zon helemaal verdwenen en kwamen er donkere wolken voor in de plaats. We hebben dan ook tot in de middag regen gehad, helaas. Dan maar wandelen met een regenjas aan, het is niet anders.

Kootenay NP is een ruig gebied, met opvallend veel wilde dieren. 'Van cactus tot gletsjer', zo wordt het park dikwijls in één zin beschreven. Van de hoge bergen langs de Continental Divide tot droge graslanden; Kootenay National Park staat bekend om het diverse landschap, ecologie en klimaat. De Kootenay Highway (93) vormt de toeristische route door het park. De weg volgt de Vermilion- en Kootenay-rivier en brengt je door de Sinclair Canyon naar de beroemde mineraalbaden van Radium Hot Springs.

Duizenden jaren werd het gebied dat vandaag Kootenay NP beslaat bewoond door de Ktunaxa (Kootenay) en Kinbasket (Shuswap) First Nations. Uit archeologisch onderzoek blijkt dat de bergen een seizoensgebonden jachtgebied waren. Ook trokken groepen First Nations over de bergen om bizons te jagen op de velden ten oosten van de Rockies. Pelsjagers en bonthandelaren waren de eerste niet-inheemse mensen in de regio. Het eerste vastgelegde bezoek was dat van Sir George Simpson in 1841. Andere ontdekkingsreizigers en expedities volgden. Aan het begin van de 19e eeuw lobbyden lokale zakenlui voor een weg tussen Windermere en Banff. Toen de Banff-Windermere Highway in 1920 aangelegd werd, besloten de provinciale en federale overheden om aan weerszijden van de weg grond te reserveren voor een nationaal park: Kootenay NP was geboren.

Door het verschil in hoogte van grofweg 900 tot 3.400 meter en het daaraan gekoppelde verschil in klimaat heeft Kootenay NP verschillende landschappen. Je ziet er steen- en ijslandschappen waar weinig groeit; barre toendra’s boven de boomgrens; koele natte subalpine graslanden en relatief warmere en drogere valleien. In de zuidwesthoek van het park vind je vegetatie die je nergens anders in de Canadese nationale parken treft. Het droge landschap wordt begroeid door Douglassparren, Amerikaanse dennen en gras. Door de begroeiing van dit semidroge gebied, waar zelfs cactus groeit, zijn er in de winter veel wilde dieren te zien, waaronder het dikhoornschaap. De Vermilion Pass Burn van 1968 is een van de meest toegankelijke en bestudeerde plekken van de Rockies waar een bosbrand heeft gewoed. Door een blikseminslag brandde een groot deel van het noorden van het park af. We zien dit nog steeds terug als we door dit gebied rijden, er zijn nog steeds veel afgebrande bomen te vinden.

Onze eerste stop is bij Marble Canyon. Volgens velen behoort Marble Canyon tot de mooiste plekken van British Columbia, het is inderdaad een prachtige wandeling.

Hier slijt de rivier al eeuwen met helderblauw gletsjerwater door de kalkstenen rotsen. De Marble Canyon Trail is bijna 1 kilometer lang en leidt ons langs de mooiste plekjes. De combinatie van helderblauw gletsjerwater, witgrijze kalkstenen wanden en groene planten, struiken en mossen maken de 40 meter diepe canyon een bijzondere en fotogenieke plek. Leuk is dat je steeds via bruggen over de kloof heen loopt, dan zie je pas goed hoe diep deze kloof is. Het is gelukkig niet druk maar dat zal ook wel met het slechte weer te maken hebben.

Daarna rijden we door naar Paint Pots, dit zijn borrelende modderbronnen. In Kootenay vind je diverse soorten, waaronder warme roestkleurige mineraalbronnen. Het is een makkelijke wandeling van 3 km heen en terug. Aan het einde vinden we 3 ijzerrijke minerale bronnen die de omringende aarde een levendige okerkleur geven. Het pad loopt door moerassen, kreken, rivieren en kleine meertjes naar het gebied met gekleurd water en stroompjes.

Ik denk wel dat de kleuren met zon nog veel mooier zijn. De Paint Pots zijn bijzondere geologische verschijnselen: roestkleurige mineraalbronnen met okerkleurige oevers. Ze voorzagen de First Nations van okerkleurige verf voor rituelen en voor kunstobjecten. Zij stopten hun handen in het gekleurde water en de kleiachtige modder, waardoor ze een oranje kleur kregen waarmee ze konden schilderen.


Daarna rijden we door naar Numa Falls. Het water wringt zich hier door de rotsen. De waterval is niet hoog maar je ziet toch heel goed de kracht van het water.

Terug in de auto eten we even onze lunch, door de regen kunnen we niet buiten zitten.

We besluiten terug te rijden richting Banff, het lijkt er niet op dat het nog droog wordt. Wel stoppen we nog even bij de Continental Divide. Dit ligt precies op de grens van Banff NP en Kootenay NP. Heel apart is dat het water aan de rechterhand naar de Pacifische oceaan stroomt terwijl het water aan je linkerhand naar de Atlantische oceaan stroomt.

Aangekomen in Banff is het zo druk dat we nergens een parkeerplaats kunnen vinden. Dus rijden we weer verder, richting Minnewanka Lake. We hopen wat wild te zien, maar helaas. Zij houden ook niet van regen dus we zien helemaal niets.

Daarom rijden we maar terug richting het hotel. Foto's op de computer zetten en mijn reisverslag schrijven. Even relaxen is ook wel lekker.

Straks nog lekker eten bij de Iron Goat Pub & Grill en dat zit de eerste dag in Canada er weer op.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!